In bookshelves i send out twice a week an invitation to someone for presenting his/her favorite bookshelf or writer. To let them explain their choice or let the shelf speak for itself. Bookshelves is concerned with collecting, collections and the sincere love for books. In bookshelves nodig ik tweemaal per week iemand uit om zijn/haar favoriete boekenplank of schrijver te tonen. Om iets over hun keuze te vertellen of de plank te laten “spreken”. Bookshelves gaat over verzamelen, collecties en de oprechte liefde voor boeken. Today/Vandaag bookshelves: #76 Bernard Wesseling
Bernard Wesseling is schrijver en dichter
“Dit is bijna een totaalshot van mijn boekenkast. Geinig genoeg kun je ook zien dat ik op het water woon. Jaja, op een woonark in Amsterdam Noord. Maar goed, mijn boeken dus. Ik moet bekennen dat ik eigenlijk niet zo’n verzamelaar ben: mijn doel is het vooral te worden verzameld. Toch heb ik zo mijn lievelingetjes, waarover later meer.
Soms kijk ik naar die kast van me en denk: wat een gelul bij elkaar. Ik meen het, hoe heeft die-en-die zeikerd of die-en-die pseudodenker mijn planken kunnen halen, in de plomp ermee. Hij is ook niet van mij alleen die kast, vandaar. Waarom vijanden maken.
Wat overigens zogenaamd van mij is in deze verzameling kan net zo goed van jou zijn. Ik bedoel hiermee dat je mensen vaak hoort jammeren dat ze hun boek hebben uitgeleend aan deze of gene en niet verwachten het ooit nog terug te zullen zien. Welnu, ik ben deze of gene. Ik ben het, en dit is inmiddels unaniem binnen mijn kennissenkring, die met andermans boek aan de wandel gaat. Hoe vaak niet heb ik ook iemand bij zijn of haar verjaardag zo niet zijn eigen, dan toch mijn tantes verjaardagscadeau gepresenteerd. Het is een paar keer gebeurd dat iemand mijn cadeau uitpakte, zich dankbaar toonde, ik mijn chip al in het dipje had om zo te zeggen, toen ik werd teruggefloten omdat de opdracht mij had verraden: ‘voor Bernard van tante Lies, veel leesplezier en succes met je studie Nederlands’.
Dat laatste heb ik er ook al snel aan gegeven trouwens, aangezien ik vooral wilde schrijven. Mijn credo luidt dan ook: ‘Ik heb er niet voor geleerd, maar des te beter opgelet.”
“Hier zie je een paar grootheden op rij. Van zeer verschillende pluimage. Engels en Nederlands door elkaar heen. Met daarbovenop de grote Belg Claus die zich met ‘Het Verdriet’ onsterfelijk maakte bij mij.
Maar laat ik van links naar rechts beginnen: eerst Nescio, met wat parafernalia, in de loop van jaren verzameld en gekregen, zoals het Bulkboek tijdschriftnummer aan hem gewijd en de fraaie uitgave van zijn losse verhalen voorzien van tekeningen van Joop Swarte. Daaraan is een aardig lulverhaaltje verbonden trouwens: ik werkte eens bij een verzekeringsmaatschappij in het archief, samen met een oudere vent, beetje verlopen, stiekem aan de zuip (ik betrapte hem nogal eens tussen de archiefkasten en deed dan alsof ik niets gezien had). Deze man begon op een keer uit beleefdheid een praatje – had net van zijn flaconnetje gemonsterd – en vroeg mij wat ik zoal ‘hiernaast’ deed. Ik zei lezen. Wat ik dan zoal las, was de logische vervolgvraag. Ik zei Nescio enzo. Nu lichtten zijn ogen op, echt waar. Ineens stond zijn zwemmerige blik op scherp en hij vroeg me wat mijn favoriete zin was uit Nescio’s werk, als ik er zo bekend mee was. Ik zei, en hij voegde zich vlug bij mij zodat we een koor vormden: ‘En in de volheid van zijn gemoed gaf hij de machinist een sigaar, een dure, en hij legde zijn hand op de locomotief, en dacht, aai locomotief.’
Van hem heb ik dan ook dat tijdschrift.
Dan Salinger, ik weet het: je kan er nauwelijks meer mee aankomen. Maar toch, zijn korte verhalen zijn meesterlijk. Er zit een waarheidszin in die je zelden tegenkomt. Geld helemaal niet zozeer voor Nabokov trouwens, die de waarheid alsmaar opnieuw uitvindt. Verbeelding is zijn vak. Zijn observaties zijn vaak zo raak, dat ze iets iconisch krijgen. Zijn beste boek overigens wordt helemaal niet zo veel gelezen geloof ik. Het staat er toevallig niet bij vandaag, uitgeleend herinner ik me, of zeg maar liever opgedrongen, aan een vriend van me: meestervertaler Jan de Nijs. Het heet ‘Pale Fire’ en heeft een geweldige premisse, is geschreven met eindeloos vernuft, en zit toch ‘ruim in zijn kloten’. Genoeg, wie ben ik helemaal. Mooi spul dus.”
BW
about/over bookshelves
more/meer bookshelves
Bernard Wesseling